NL FR EN DE

Virginie Pierre

Als kind wou ik glasblazer worden. Zo gaat dat wanneer je opgroeit met een familiebedrijf en al je schoolvakanties in de ateliers doorbrengt. Aanvankelijk hield ik iedereen er nog van zijn of haar werk. Later kon ik al wat productiever zijn, als jobstudent. Aan het einde van mijn middelbare studies kreeg ik van mijn docent economie de raad om een bachelor ‘accountancy-fiscaliteit’ te volgen, wat ik ook gedaan heb en waar ik nog steeds de vruchten van pluk. Het maakt dat ik vandaag een jaarrekening kan lezen en interpreteren. Hierdoor kan ik met de boekhouder meepraten en de financiële situatie van ons bedrijf begrijpen en mee opvolgen. Voor mij is het dan ook van cruciaal belang dat een zaakvoerder weet hoe het met zijn of haar bedrijf gesteld is. Kwestie van tijdig in te kunnen grijpen bij moeilijkheden enerzijds, en anderzijds de gezondheid van ons bedrijf op de lange termijn te kunnen bewaken.

Na mijn bachelorstudies heb ik via een schakeljaar een masterdiploma handelswetenschappen behaald. Mijn economische kennis werd plots aangevuld met strategische kennis. Zo ontdekte ik de rol van de Algemene Vergadering, de Raad van Bestuur, de aandeelhouders, de stakeholders,… Academische kennis die vaak op maat gesneden wordt van middelgrote tot grote bedrijven, maar waarbij ik het zeer uitdagend vind om die te vertalen naar het niveau van ons familiebedrijf. Een mini-onderneming kan je nu eenmaal niet in dezelfde structuur als een groot bedrijf gieten. Al mag ‘ons formaat’ geen excuus zijn om niet te professionaliseren op bestuursniveau. Zeker nu mijn zussen en ik besloten hebben om samen de zaak voort te zetten, is professionaliseren — naast open communicatie — cruciaal.

Maar bovenal vind ik het leuk om glaswerk te maken. Na een werkdag het resultaat van je arbeid letterlijk op tafel zien liggen: dat geeft voldoening. Het leuke aan een stiel leren is ook dat je nooit ‘uitgeleerd’ raakt. Onze klanten schotelen ons elke keer nieuwe uitdagingen voor, die het werk boeiend en afwisselend houden. Het voortzetten van deze erfenis, samen met mijn zussen, beschouw ik als een eer en een uitdaging. En daar zet ik maar al te graag mijn tanden in. ?